Het Belastingplan 2025 bevat voorstellen om de huurtoeslag te wijzigen. Dit geldt ook voor het kindgebonden budget. Het is de bedoeling dat een deel van de plannen per 2025 in werking treedt en een ander deel per 2026. Met de plannen wordt de koopkracht voor met name lagere inkomens verbeterd.

Wijzigingen huurtoeslag

De huurtoeslag wordt op drie punten gewijzigd:

  1. Vanaf 2025 wordt het aantal huishoudcategorieën beperkt. Het onderscheid tussen huishoudens met en zonder ouderen verdwijnt. Er wordt straks alleen nog onderscheid gemaakt in een- en meerpersoonshuishoudens. Bovendien zullen met name meerpersoonshuishoudens met een hogere huur meer huurtoeslag ontvangen.
  2. Vanaf 2026 wordt voor alle huurtoeslagontvangers het bedrag aan huur verlaagd dat huurders zelf moeten betalen. Dit leidt voor alle huurtoeslagontvangers tot een koopkrachtverbetering van € 139 per jaar.
  3. Een derde wijziging betreft een vloeiender afbouw van de huurtoeslag per 2026. Doordat de afbouw thans grillig verloopt, kunnen er bij een stijging van het inkomen onbedoelde effecten optreden. De afbouw van de huurtoeslag is straks alleen nog afhankelijk van de hoogte van het inkomen en bouwt lineair af.

Let op! Een deel van het effect van de lineaire afbouw zal in 2025 al worden ingevoerd door een aanpassing van de parameters in de huidige manier waarop de huurtoeslag berekend wordt.

Kindgebonden budget

Ouders met kinderen hebben tot een bepaald inkomen recht op het kindgebonden budget. Het kabinet trekt € 300 miljoen uit om dit te verbeteren. Het totale bedrag aan kindgebonden budget dat een huishouden ontvangt, hangt af van het aantal kinderen en hun leeftijd, het huishoudtype, de hoogte van het inkomen en het eventueel aanwezige vermogen. Per 2025 wordt het maximale bedrag verhoogd met € 184 per kind. 

Verdere verhoging kindgebonden budget

De komende jaren vindt een verdere verhoging van het maximale kindgebonden budget plaats met gemiddeld zo’n € 65 per jaar. In totaal wordt het maximum met ingang van 2028 dan verhoogd met € 380 per kind. Daar staat wel tegenover dat het kindgebonden budget vanaf 2025 ook iets sneller wordt afgebouwd als het inkomen stijgt. Dit is nadelig voor hogere inkomens. Per saldo daalt dan ook het aantal huishoudens met recht op kindgebonden budget, maar krijgen lagere inkomens een hoger bedrag.

Let op! Deze plannen moeten nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd en zijn dus nog niet definitief.