Vervolg box 3: Advies AG over rechtsherstel en invulling werkelijk rendement

Inkomen uit sparen en beleggen wordt belast in box 3. De bank ABN AMRO Mees Pierson heeft bekendgemaakt dat spaarders er rekening mee moeten houden dat spaargeld zwaarder belast gaat worden dan waarmee in de voorlopige aanslag voor 2023 gerekend is. Dat betekent dat mensen met veel spaargeld dan waarschijnlijk belasting zullen moeten bijbetalen over 2023.

Voorlopige aanslag

Belastingplichtigen die waarschijnlijk belasting moeten betalen of terugkrijgen, krijgen aan het begin van het jaar een voorlopige aanslag. In die voorlopige aanslag is de Belastingdienst voor het jaar 2023 uitgegaan van een forfaitair rendement voor spaartegoeden van 0,36 %. Volgens berekeningen van bovengenoemde bank is dit percentage te laag, omdat de spaarrente vorig jaar is gestegen.

Forfaitaire rente 0,92%

Volgens berekeningen van de bank zal het forfaitaire rendement op spaargeld in 2023 uitkomen op 0,92%. Dit is dus 0,56%-punt meer en betekent dat de definitieve aanslag van spaarders hoger zal uitvallen.

Hoeveel scheelt dat nu?

Stel dat een belastingplichtige zonder partner over € 1 miljoen aan spaargeld beschikt en dat de Belastingdienst in de voorlopige aanslag ook van dit bedrag is uitgegaan. Het heffingsvrije vermogen bedroeg in 2023 € 57.000, zodat over € 943.000 het forfaitaire rendement wordt berekend. Het forfaitaire rendement wordt 0,56%-punt hoger, ofwel € 943.000 x 0,0056 = € 5.281. Hierover wordt in 2023 32% belasting geheven. Dit betekent dat in deze situatie € 5.281 x 32% = € 1.690 extra aan belasting moet worden betaald. Indien er wel sprake zou zijn van een partner, is het heffingsvrije vermogen (2023) € 114.000. De extra belasting komt dan neer op € 1.587.

Let op! Het is nog niet zeker dat ook de Belastingdienst uitgaat van een forfaitair rendement van 0,92%. Dit percentage wordt later bekendgemaakt.